Ten aanzien van de Staten die Partij zijn bij het Eerste Facultatieve Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, aangenomen op 16 december 1966, wordt de bevoegdheid van het Comité voor de rechten van de mens om kennisgevingen van individuele personen die onder zijn rechtsmacht vallen, in ontvangst te nemen en te behandelen, uitgebreid tot de bepalingen van dit Protocol, tenzij de betrokken Staat die Partij is het tegendeel heeft kenbaar gemaakt op het tijdstip van bekrachtiging of toetreding.
En ce qui concerne les États parties au premier Protocole facultatif se rapportant au Pacte international relatif aux droits civils et politiques adopté le 16 décembre 1966, la compétence reconnue au Comité des droits de l'homme pour recevoir et examiner des communications émanant de particuliers relevant de leur juridiction s'étend aux dispositions du présent Protocole, à moins que l'État partie en cause n'ait fait une déclaration en sens contraire lors de la ratification ou de l'adhésion.