Hoewel in artikel 135 geen melding was gemaakt van de burgerlijke partij die, in strijd met het voorschrift van artikel 68, eerste lid, geen woonplaats had gekozen in het gerechtelijk arrondissement van het onderzoek, werd het, rekening houdende met artikel 68, tweede lid, door de verwijzende rechter aldus begrepen dat voor die burgerlijke partij de termijn van vierentwintig uur om hoger beroep aan te tekenen inging op de datum van de uitspraak van de beschikking.
Bien que l'article 135 ne fît pas mention de la partie civile qui, contrairement à l'article 68, alinéa 1, n'avait pas fait élection de domicile dans l'arrondissement judiciaire de l'instruction, il a été compris par le juge a quo, compte tenu de l'article 68, alinéa 2, en ce sens que le délai de vingt-quatre heures pour interjeter appel prenait cours pour cette partie civile à la date du prononcé de l'ordonnance.