H. overwegende dat de christelijke meisjes voor de rechter zullen moeten verschijnen op beschuldiging van het delict bedoeld in artikel 152 van het Sudanese strafwetboek, en als volgt omschreven: "Hij die zich in het openbaar onfatsoenlijk of in strijd met de openbare zeden gedraagt of obsceen of in strijd met de openbare zeden gekleed gaat, of aanstoot geeft aan het publiek, wordt gestraft met geseling met ten hoogste veertig zweepslagen of met een boete dan wel beide straffen";
H. considérant que ces jeunes chrétiennes devront comparaître devant un tribunal pour infraction à l'article 152 du code pénal soudanais qui dispose que "quiconque, dans l'espace public, agit ou se conduit de manière indécente ou contraire à la moralité publique, ou porte une tenue indécente ou immorale constituant un outrage aux bonnes mœurs, se verra infliger des coups de fouet, dont le nombre ne devra pas dépasser 40, et/ou une amende";