De decreetgever nam immers aan dat voor de vertegenwoordigers van het personeel die onder de toepassing van het decreet van 27 maart 1991 vallen, de inzake het ontslag geldende bepalingen (artikelen 60 tot 62 van het decreet van 27 maart 1991) voldoende rechtsbescherming zouden bieden.
Le législateur décrétal a en effet considéré que, pour les représentants du personnel qui tombent sous l'application du décret du 27 mars 1991, les dispositions relatives au licenciement (articles 60 à 62 du décret du 27 mars 1991) offraient une protection juridique suffisante.
