In antwoord op de parlementaire vraag nr. 1068 van 11 januari 2006 van Trees Pieters (Vragen en Antwoord, Kamer, 2005-2006, nr. 116, blz. 22481) neemt u het standpunt
in dat de kosteloze rechtsbijstand die een werkgever aan
zijn werknemer/ambtenaar of een onderneming aan de bedrijfsleider verleent naar aanleiding van een burgerlijke of strafrechtelijke vordering wegens een eventuele fout, begaan in de uitoefening van hun functie, wordt
aangemerkt als een eigen kost van ...[+++]de werkgever in de zin van artikel 31, tweede lid, 1°, in fine van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
En réponse à la question parlementaire n°1068 du 11 janvier 2006 de Mme Trees Pieters (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, n°116, p. 22481), vous précisez que l'assistance judiciaire gratuite qu'un employeur accorde à son employé/agent ou qu'une entreprise accorde à son dirigeant à la suite d'une action en matière civile ou pénale, en raison d'une faute éventuelle commise dans l'exercice de leur fonction, peut être considérée comme une dépense propre à l'employeur au sens de l'article 31, alinéa 2, 1o, in fine du Code des impôts sur les revenus 1992.