Nu de voldoende precieze en volledige vaststelling van de ongrondwettigheid zich bevind
t in de aan het Hof voorgelegde tekst, in de interpretatie dat de overgangsbepaling van artikel 42, § 2, eerste lid, van de wet van 27 april 2007 enkel betrekking heeft op de hoofdvorderingen tot echtscheiding op
grond van bepaalde feiten die zijn ingeleid vóór 1 september 2007 (waarover nog geen eindvonnis is geveld) maar niet op de tegenvorderingen tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten ingesteld na die datum, komt het
aan het ve ...[+++]rwijzende rechtscollege toe de discriminatie te verhelpen door die tegenvorderingen te beoordelen in het licht van de vroegere artikelen 229, 231 en 232 van het Burgerlijk Wetboek, ook wanneer zij na 1 september 2007 zijn ingediend in een nog hangende echtscheidingsprocedure op grond van bepaalde feiten.Dès lors que l'inconstitutionnalité constatée de façon suffisamment précise et complète
est située dans le texte soumis à la Cour, dans l'interprétation selon laquelle la disposition transitoire de l'article 42, § 2, alinéa premier, de la loi du 27 avril 2007 concerne uniquement les demandes principales en divorce pour cause déterminée introduites avant le 1 septembre 2007 (au sujet desquelles il n'a pas encore été rendu de jugement définitif) mais non les demandes reconventionnelles en divorce pour cause déterminée introduites après cette date, il appartient à la juridiction a quo de remédier à la discrimination en appréciant ces demand
...[+++]es reconventionnelles à la lumière des articles 229, 231 et 232 anciens du Code civil, même lorsqu'elles ont été introduites après le 1 septembre 2007 dans une procédure en divorce pour cause déterminée encore pendante.