1. Het recht te besluiten een niet-nalevingsprocedure in te leiden in de zin van deze verordening vervalt een jaar na het moment waarop ofwel de ECB ofwel de nationale centrale bank van de lidstaat in wiens rechtsgebied het vermeende geval van niet-naleving zich heeft voorgedaan, kennis heeft gekregen van het bestaan ervan, en in elk geval vijf jaar na de datum waarop het geval van niet-naleving zich heeft voorgedaan , of, in het geval van een voortdurende niet-naleving, vijf jaar na beëindiging van de niet-naleving.
1. Le droit de prendre la décision d'engager une procédure d'infraction, comme prévu par le présent règlement, expire un an après que la BCE ou la banque centrale nationale de l'État membre dans la juridiction duquel l'infraction présumée a été commise a eu connaissance pour la première fois de l'existence de cette infraction présumée et, dans tous les cas, cinq ans après que l'infraction a été commise ou, dans le cas d'une infraction continue, cinq ans après sa cessation.