De artikelen 49 en 50 van verordening nr. 800/1999, zoals gewijzigd bij verorde
ning nr. 2299/2001, moeten aldus worden uitgelegd dat, behalve bij overmacht, de exporteur die achteraf vervalst gebleken douanedocumenten tot bewijs van de aankomst van de uitgevoerde goederen in het land van bestemming heeft overgelegd, na afloop van de termijnen van deze artikel
en in een aanhangig rechtsgeding inzake de toekenning van de uitvoerrestitutie geen geldige douanedocumenten kan overleggen, ook al is toekenning van de restitutie vertraagd om an
...[+++]dere redenen dan redenen die verband houden met het bewijs van de aankomst van deze goederen.Les articles 49 et 50 du règlement no 800/1999, tel que modifié par le règlement no 2299/2001, doivent être interprétés en ce sens que, sauf cas de force majeure, l’exportat
eur qui a présenté, pour établir l’arrivée des marchandises exportées dans le pays de destination, des documents douaniers qui, par la suite, se sont révélés être falsifiés ne saurait, après expiration des délais prévus à ces articles, présenter, dans le cadre d’une procédure juridictionnelle en cours relative à l’octroi de la restitution à l’exportation, des documents douaniers valables, alors même que cet octroi a été retardé pour des motifs autres que ceux relatifs
...[+++] à la preuve de l’arrivée de ces marchandises.