2. Indien de bevoegde autoriteit die in overeenstemming met de van kracht zijnde bepalingen een rechtshulpverzoek ingediend heeft, deelneemt aan de uitvoering van het verzoek in de aangezochte lid-Staat, kan zij, onverminderd artikel 6, lid 3, van de overeenkomst tot wederzijdse bijstand van 2000, rechtstreeks een aanvullend verzoek indienen bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte lid-Staat wanneer zij zich daar bevindt.
2. Si, conformément aux dispositions en vigueur, l'autorité compétente qui a fait une demande d'entraide judiciaire participe à son exécution dans l'Etat membre requis, elle peut, sans préjudice de l'article 6, paragraphe 3, de la convention de 2000, adresser une demande complémentaire directement à l'autorité compétente de l'Etat membre requis tant qu'elle est présente sur le territoire de cet Etat.