Consumenten of verenigingen zullen in de huidige stand van de wetgeving moeten aantonen dat een verkoopsweigering in strijd is met de vigerende wetgeving (bijvoorbeeld misbruik van een machtspositie door de verkoper of van een oneerlijke handelspraktijk) of dat er sprake is van rechtsmisbruik door de verkoper (rechtsmisbruik zal echter slechts in uitzonderlijke gevallen kunnen worden ingeroepen).
Dans l'état actuel de la législation, ce sont les consommateurs ou les associations qui doivent prouver que le refus de vente est contraire à la législation en vigueur (par exemple, en cas d'abus de position dominante de la part du vendeur ou de pratique commerciale déloyale) ou que le vendeur se rend coupable d'un abus de droit (lequel ne peut toutefois être invoqué que dans des cas exceptionnels).