I
n de derde plaats heeft het Gerecht voor ambtenarenzaken opgemerkt dat hoewel het resultaat van het met elkaar in evenwicht brengen van de motiveringsplicht en de eerbiediging van het beginsel van het geheim van de werkzaamheden van de jury, met name op het punt van de vraag of de mededeling van één onvoldoende deelcijfer aan de kandidaat die voor het mondeling examen is afgewezen aan die verplichting voldoet, meestal uitvalt in het voordeel van het beginsel van het geheim van de werkzaamheden van de jury, dit anders kan zijn wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden, en dit tem
eer daar d ...[+++]e recente rechtspraak betreffende verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, op een ontwikkeling in de richting van meer transparantie duidt (zie in die zin arresten Hof van 18 december 2007, Zweden/Commissie, C‑64/05 P, Jurispr. blz. I‑11389, en 1 juli 2008, Zweden en Turco/Raad, C‑39/05 P en C‑52/05 P, Jurispr. blz. I‑4723) (punt 40 van het bestreden arrest).
En troisième lieu, le Tribunal de la fonction publique a observé que, quand bien même l’issue de la conciliation entre l’obligation de motivation et le respect du principe du secret des travaux du jury, en particulier sur le point de savoir si la communication d’une seule note individuelle éliminatoire au candidat éliminé lors de la phase orale satisfait à ladite obligation, penche le plus souvent en faveur du principe du secret des travaux du jury, il peut en être autrement en présence de circonstances particulières, et ce d’autant plus que la jurisprudence
récente concernant le règlement (CE) n° 1049/2001 du Parlement européen et du Co
...[+++]nseil, du 30 mai 2001, relatif à l’accès du public aux documents du Parlement européen, du Conseil et de la Commission (JO L 145, p. 43), montrerait une évolution en faveur de la transparence (voir, en ce sens, arrêts de la Cour du 18 décembre 2007, Suède/Commission, C‑64/05 P, Rec. p. I‑11389, et du 1 juillet 2008, Suède et Turco/Conseil, C‑39/05 P et C‑52/05 P, Rec. p. I-4723) (point 40 de l’arrêt attaqué).