Als derde middel wordt door de verzoekende partijen aangevoerd dat artikel 191 van de programmawet van 23 december 2009 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van de scheiding der machten (artikel 33 van de Grondwet), met het algemeen rechtsbeginsel van de rechtsstaat, met het algemeen rechtsbeginsel volgens hetwelk rechterlijke beslissingen enkel met rechtsmiddelen kunnen worden bestreden en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Dans un troisième moyen, les parties requérantes font valoir que l'article 191 de la loi-programme du 23 décembre 2009 viole les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec le principe de la séparation des pouvoirs (article 33 de la Constitution), avec le principe général de l'Etat de droit, avec le principe général selon lequel les décisions de justice ne peuvent être contestées que par des voies de recours et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme.