§ 1. Ten einde de toepassing van de artikelen 3 tot 5 van de Verordening (EU) nr. 1227/2011 te garanderen en door middel van een voorafgaande machtiging van een onderzoeksrechter kunnen de personen bedoeld in artikel 18, § 3, eerste lid, op basis van een met redenen omklede beslissing, behalve in een privéwoning, het beslag bevelen op de activa die eigendom zijn van de persoon die het voorwerp uitmaakt van een door de commissie gevoerd onderzoek en die, ofwel het voorwerp uitmaken van de inbreuk die onderzocht wordt, ofwel die bestemd w
aren of bijgedragen hebben om de inbreuk in kwe
stie te begaan ...[+++], ofwel een vermogensvoordeel vormen dat rechtstreeks uit de inbreuk gehaald wordt of er het equivalent van vormen.
§ 1 . Aux fins de garantir l'application des articles 3 à 5 du Règlement (UE) n° 1227/2011 et moyennant l'autorisation préalable d'un juge d'instruction, les personnes visées à l'article 18, § 3, alinéa 1 , peuvent, par décision motivée, ordonner, sauf dans une habitation privée, la saisie d'actifs qui sont la propriété de la personne faisant l'objet d'une enquête menée par la commission et qui, soit constituent l'objet de l'infraction examinée, soit étaient destinés ou ont servi à commettre l'infraction en question, soit constituent un avantage patrimonial tiré directement de l'infraction ou en constituent l'équivalent.