F. overwegende dat de eerste en tweede pijler twee onlosmakelijk met elkaar verbonden instrumenten zijn van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, die elkaar moeten aanvullen en ten dienste staan van een multifunctionele landbouw, waardoor een groot aantal agrarische bedrijven behouden kan blijven, hetgeen ten goede komt aan de gehele plattelandssamenleving; overwegende dat de onderlinge afstemming van deze twee pijlers moet voorkomen dat zich in Europa een agrarische tweedeling ontwikkelt: één sector die uitsluitend van de markten afhankelijk is en de andere die alleen nog maar kan v
oortbestaan dankzij rechtstreekse steun, lo ...[+++]sgekoppeld van de productie; dat deze afstemming tevens moet zorgen voor een marktbeheer dat verenigbaar is met het beheer van gebieden in de gehele Unie binnen het kader van een werkelijke duurzame ontwikkeling,