Ten slotte, wat betreft de ontkenning, de minimalisering, het goedkeuren of het rechtvaardigen van genocide of misdaden tegen de menselijkheid, voorzien in artikel 6 van het Protocol, dient opgemerkt dat de wet van 23 maart 1995 het alleen mogelijk maakt om over te gaan tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd, wat aan de wet een beperkter toepassingsgebied geeft dan datgene voorzien in artikel 6 van het Protocol van de Raad van Europa.
Enfin, en ce qui concerne la négation, la minimisation grossière, l'approbation ou la justification du génocide ou des crimes contre l'humanité, prévus à l'article 6 du Protocole, la loi du 23 mars 1995 ne permet que de réprimer la négation, la minimisation, la justification ou l'approbation du génocide commis par le régime national-socialiste allemand pendant la seconde guerre mondiale, ce qui lui donne un champ d'application moins large que celui prévu par l'article 6 du Protocole du Conseil de l'Europe.