Indien de overleden echtgenoot of wettelijk samenwonende vóór de leeftijd van zestig jaar hetzij wegens lichamelijke ongeschiktheid, hetzij ambtshalve om een andere reden gepensioneerd werd, wordt de noemer van de in het eerste lid omschreven breuk gevormd door het aantal maanden begrepen tussen de eerste dag van de maand volgend op de twintigste verjaardag van de overleden echtgenoot of wettelijk samenwonende en de laatste dag van de maand voorafgaand aan die waarin hij op rust werd gesteld.
Si avant l'âge de soixante ans, le conjoint ou le cohabitant légal décédé a été pensionné soit pour cause d'inaptitude physique, soit d'office pour une autre raison, le dénominateur de la fraction défini à l'alinéa 1 est constitué par le nombre de mois compris entre le premier jour du mois qui suit le vingtième anniversaire de la naissance du conjoint ou du cohabitant légal décédé et le dernier jour du mois qui précède celui au cours duquel il a été mis à la retraite.