Het is mogelijk dat dit een weerslag heeft op het huidige artikel 12, derde lid, van de Grondwet dat bepaalt dat « (...) niemand kan worden aangehouden dan krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter, dat moet worden betekend bij de aanhouding of uiterlijk binnen vierentwintig uur ».
Ce principe peut avoir des répercussions sur l'actuel article 12, alinéa 3, de la Constitution, qui prévoit que « (...) nul ne peut être arrêté qu'en vertu de l'ordonnance motivée du juge, qui doit être signifiée au moment de l'arrestation, ou au plus tard dans les vingt-quatre heures ».