(13) Overwegende dat het vaststellen van een reeks praktische criteria bedoeld is om door middel van een uitputtende procedure te bepalen dat één en slechts één lidstaat voor een omroeporganisatie bevoegd is ten aanzien van de dienstverrichting waarop de richtlijn betrekking heeft; dat het niettemin, gezien de jurisprudentie van het Hof van Justitie en teneinde gevallen van een bevoegdheidsvacuüm te voorkomen, wenselijk is het vestigingscriterium in de zin van artikel 52 en volgende van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te vermelden als het uiteindelijke criterium om de bevoegdheid van de lidstaat vast te stellen;
(13) considérant que la fixation d'une série de critères matériels est censée déterminer de façon exhaustive qu'un État membre et un seul est compétent vis-à-vis d'un organisme de radiodiffusion télévisuelle en ce qui concerne la prestation des services faisant l'objet de la présente directive; que néanmoins, compte tenu de la jurisprudence de la Cour de justice et afin d'éviter des cas de «vide de compétence», il convient de poser le critère d'établissement au sens des articles 52 et suivants du traité instituant la Communauté européenne comme critère final déterminant la compétence d'un État membre;