Dit leidt tot inactiviteit in brede zin, die naar schatting 13% van het arbeidspotentieel betreft, oftewel meer dan 25.000 personen op een (interne) actieve bevolking van 183.000, met inbegrip van werkzoekenden, deelnemers aan actieve arbeidsmarktmaatregelen en begunstigden van passieve regelingen (vroegtijdige uittreding, arbeidsongeschiktheid).
Ceci conduit à un non-emploi au sens large, évalué à 13 % de la population active - soit plus de 25 000 personnes sur une population active intérieure de 183 000 personnes, comprenant les demandeurs d'emploi, les bénéficiaires de mesures actives du marché du travail et les bénéficiaires de régimes passifs (préretraites, pensions d'invalidité).