De heer Vandenberghe wenst
te vernemen wat de regering antwoordt op de opmerking van de Raad van State die er de aandacht op vestigt « dat, bij vervanging van een personeelslid in geval van onderbreking van de beroepsloopbaan, de betrokkene niet langer mo
et worden vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze (...), terwijl de (voortaan facultatieve) vervanging als bedoeld in artikel 9, § 1, van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector nog steeds dient t
...[+++]e gebeuren door « werklozen » in de zin van artikel 9, § 2, van die wet» (advies van de Raad van State van 13 december 2001).
M. Vandenberghe souhaite enfin connaître la réponse du gouvernement à la remarque du Conseil d'État qui attirait « l'attention sur le fait que dans le cas du remplacement d'un membre du personnel en interruption de carrière, l'intéressé ne doit plus être remplacé par un chômeur indemnisé (...) alors que le remplacement (dorénavant facultatif) visé à l'article 9, § 1 , de la loi du 10 avril 1995 relative à la redistribution du travail dans le secteur public, doit encore toujours se faire par des « chômeurs » au sens de l'article 9, § 2, de cette loi » (avis du Conseil d'État du 13 décembre 2001).