Het derde middel is afgeleid uit de schending door artikel 4.8.34, § 2, van de VCRO, zoals ingevoegd bij de bestreden bepaling, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 144, 145, 151, 152, 154, 160 en 161 van de Grondwet, de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het algemeen rechtsbeginsel van de onafhankelijkheid van de rechter en de rechtscolleges, doordat het aan de Vlaamse Regering de bevoegdheid delegeert om de bezoldigingen, de toelagen en de vergoedingen van de raadsleden te bepalen.
Le troisième moyen est pris de la violation, par l'article 4.8.34, § 2, du Code flamand de l'aménagement du territoire, tel qu'il a été inséré par la disposition attaquée, des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec ses articles 144, 145, 151, 152, 154, 160 et 161, avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec le principe général de droit de l'indépendance du juge et des juridictions, en ce qu'il délègue au Gouvernement flamand le pouvoir de fixer les rémunérations, allocations et indemnités des conseillers.