De heer Laeremans dient amendement nr. 19 in (subsidiair op amendement nr. 7, stuk Senaat, nr. 5-1565/3) dat ertoe strekt in het voorgestelde artikel 13/1, § 6, tussen de eerste en de tweede zin een nieuwe zin in te voegen, luidende : « Indien de weigering tot benoeming van de aangewezen-burgemees
ter door de Vlaamse regering gebaseerd is op kennelijk wangedrag als gevolg van de duidelijke niet-naleving van de in de randgemeenten toepasselijke taalwetgeving krachtens artikel 129 van de Grondwet, kan de Raad van State ook een uitspraak doen over de uitsluiting van de aangewezen-burgemeester van een nieuwe kandidaatstel
...[+++]ling als burgemeester gedurende een periode die maximaal tot de volgende gemeenteraadsverkiezingen kan lopen».M. Laeremans dépose l'amendement nº 19 (subsidiaire à l'amendement nº 7, do c. Sénat, nº 5-1565/3) tendant à insérer, entre la première et la deuxième phrase de l'article 13/1, § 6, proposé, une phrase rédigée comme suit: « Si la décision de refus de nomination du bourgmestre désigné prise par le go
uvernement flamand est basée sur une inconduite notoire, pour cause de non-respect manifeste de la législation linguistique en vigueur dans les communes périphériques en vertu de l'article 129 de la Constitution, le Conseil d'État peut également se prononcer sur l'exclusion du bourgmestre désigné de toute nouvelle candidature à la fonction de
...[+++]bourgmestre pendant une période courant jusqu'aux élections communales suivantes au plus tard».