49. is ingenomen met het besluit van de EU-taskforces voor Egypte en Tunesië om een routekaart op te stellen voor de terugvordering van illegaal verkregen vermogensbestanddelen die nog steeds bevroren zijn in een aantal derde landen; dringt er bij de EU en ha
ar lidstaten op aan zich volledig te houden aan de bestaande internationale normen inzake ontneming van vermogensbestanddelen zoals hoofdstuk V van het UNCAC, het actieplan inzake ontneming van vermogensbestanddelen, ontwikkeld door het G8 Deauville partnerschap met de Arabische landen in transitie, en het nieuwe wettelijke kader ontwikkeld door de Raad op 26 november 2012; is van
...[+++]mening dat bepalingen inzake de terugvordering van vermogensbestanddelen landen zullen helpen in hun inspanningen om de ergste gevolgen van corruptie ongedaan te maken en dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan aanzienlijke inspanningen te leveren om te bevorderen dat wederrechtelijk verkregen vermogensbestanddelen gestolen door de voormalige regimes, worden teruggegeven aan de bevolking van de landen van de Arabische Lente; benadrukt het belang van een op mensenrechten gebaseerde benadering bij de behandeling van terugvordering van vermogensbestanddelen en van staatsschulden door staten die voortkomen uit regimes waar corruptie schering en inslag was; ondersteunt initiatieven inzake de controle op externe en interne staatsschulden om corruptie en de gevolgen ervan voor de mensenrechten vast te stellen; roept de lidstaten op om initiatieven op het gebied van schuldcontroles te ondersteunen; 49. salue la décision des groupes de travail UE-Égypte et UE-Tunisie d'établir la version finale d'une feuille de route pour la restitution des avoirs illicitement acquis qui demeurent gelés dans plusieurs pays tiers; prie instamment l'Union européenne et ses États membres de souscrire sans réserve aux dispositions internationales actuelles qui régissent la restitution des avoirs, telles que le chapitre V de la CNUCC, le plan d'action de restitution des avoirs élaboré dans le contexte du partenariat de Deauville du G8 avec les pays arabes en transition, et le nouveau cadre législatif produit par le Conseil le 26 novembre 2012; estime que les dispositions relatives à la restitution des avoirs appuieront les efforts déployés par les pays po
...[+++]ur remédier aux pires effets de la corruption et prie instamment l'Union européenne et ses États membres de prendre des mesures importantes destinées à faciliter la restitution des avoirs qui ont été détournés par les anciens régimes et volés aux populations des pays du Printemps arabe; souligne l'importance d'une stratégie axée sur les droits de l'homme concernant le traitement de la restitution des avoirs et de la dette publique par les États issus de régimes où la corruption est endémique; soutient les initiatives concernant le contrôle de la dette publique extérieure et intérieure afin de détecter des cas de corruption et leur incidence sur les droits de l'homme; appelle les États membres à soutenir les initiatives en matière de contrôle de la dette;