42. blijft bezorgd over de toenemende spanningen tussen partijen in de Zuid-Chinese Zee en verzoekt alle betrokken partijen derhalve unilaterale provocerende acties in de Zuid‑Chinese Zee te vermijden en benadrukt het feit dat het belangrijk is geschillen op te lossen op vreedzame wijze, op basis van het internationale recht en met de hulp van onpartijdige internationale bemiddeling, bijvoorbeeld via het UNCLOS; acht het be
treurenswaardig dat China weigert de bevoegdheid te erkennen zowel van de UNCLOS als van het Hof van Arbitrage; dringt er bij China op aan zijn houding te herzien en roept alle partijen op, waaronder China, om het ui
...[+++]teindelijk besluit van UNCLOS te respecteren; is van mening dat de weg naar een mogelijke vreedzame oplossing van de spanningen in gebieden van de Zuid- en Oost-Chinese Zee kan bestaan in onderhandelingen over en de gezamenlijke tenuitvoerlegging van gedragscodes voor de vreedzame exploitatie van de maritieme gebieden in kwestie, met inbegrip van de creatie van veilige handelsroutes en visserijquota of de toewijzing van gebieden waar naar natuurlijke hulpbronnen mag worden gezocht; steunt de dringende oproep van de 26e ASEAN-top tot een snelle goedkeuring van de gedragscode in de Zuid-Chinese Zee; is verheugd over de overeenkomst die China en de ASEAN hebben gesloten om het overleg over een gedragscode voor de geschillen in de Zuid-Chinese Zee te bespoedigen; neemt nota van het Taiwanese "Vredesinitiatief voor de Zuid‑Chinese Zee", dat als doel heeft overeenstemming te bereiken over een gedragscode en de oprichting van een mechanisme dat alle partijen in staat stelt samen te werken bij de gezamenlijke exploitatie van natuurlijke en mariene hulpbronnen in de regio; steunt alle acties die het mogelijk maken om van de Zuid-Chinese Zee een "zee van vrede en samenwerking" te maken; 42. reste très préoccupé par l'escalade des tensions entre le
s parties en mer de Chine méridionale et demande dès lors à toutes les parties concernées d'éviter les actes unilatéraux de provocation en mer de Chine méridionale et souligne l'importance d'un règlement pacifique des litiges sur la base du droit international, avec une médiation impartiale au titre de la convention des Nations unies sur le droit de la mer (CNUDM) par exemple. déplore que la Chine refuse de reconnaître la compétence de la CNUDM et du tribunal arbitral; prie instamment la Chine de reconsidérer sa position et invite l'ensemble des parties, en ce compris la Chine
...[+++], à accepter la décision finale de la CNUDM; considère qu'un moyen d'avancer vers une possible résolution pacifique des tensions en mer de Chine méridionale et orientale réside dans la négociation et la mise en œuvre conjointe de codes de conduite pour l'exploitation pacifique des zones maritimes en question, y compris la mise en place de routes commerciales sûres et de quotas pour la pêche ou l'attribution de zones de prospection des ressources; se joint à l'appel urgent lancé par le 26 sommet de l'ANASE pour demander l'adoption rapide d'un code de conduite en mer de Chine méridionale; salue l'accord conclu récemment entre la Chine et l'ANASE pour accélérer les consultations sur un code de conduite pour les différends en mer de Chine méridionale; prend note de l'"initiative de paix en mer de Chine méridionale" de Taïwan visant à parvenir à un consensus sur l'élaboration d'un code de conduite et à la mise en place d'un mécanisme permettant à toutes les parties de coopérer pour l'exploitation conjointe des ressources marines et naturelles de la région; soutient toutes les mesures qui permettent à la mer de Chine méridionale de devenir une "mer de paix et de coopération";