1. Teneinde de coherentie en de doeltreffendheid van de financiering van de Unie te waarborgen of om regionale of regio-overschrijdende samenwerking te bevorderen, kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen als omschreven in een overeenkomstig artikel 14 vastgestelde gedelegeerde handeling besluiten om de acties uit hoofde van deze verordening uit te breiden tot landen, gebieden en regio's die anders niet in aanmerking komen voor financiering.
1. Dans des circonstances dûment justifiées, telles que définies dans un acte délégué adopté conformément à l'article 14, et afin d'assurer la cohérence et l'efficacité du financement de l'Union ou de stimuler la coopération au niveau régional ou transrégional, la Commission peut décider d'étendre l'éligibilité des actions à des pays, territoires et régions qui ne seraient pas admissibles au bénéfice d'un financement.