Vertaling van "regionaal niveau over kinderen in kwetsbare situaties beschikbaar " (Nederlands → Frans) :

26. moedigt Eurostat aan om een verband te leggen met de set indicatoren die in opdracht van het EU-Bureau voor de grondrechten wordt ontwikkeld voor monitoring van de effecten van EU-maatregelen op het gebied van de rechten van het kind en kinderwelzijn; wijst op de in de reeds aangehaalde resolutie van 16 januari 2008 vermelde noodzaak van een gezamenlijke inspanning van de Commissie, het Bureau voor de grondrechten en de lidstaten om met betrokken instanties van de VN, internationale organisaties en onderzoekscentra samen te werken aan een betere vergaring van vergelijkbare statistische gegevens over de situatie van kinderen in de Unie; verzoekt de lidstaten alles in het werk te stellen om de aanbeveling op te volgen die is opgenomen in het verslag van het Comité voor sociale bescherming van 17 januari 2008 over armoede onder kinderen en kinderwelzijn in Europa, waarin wordt benadrukt dat de lidstaten een beoordeling zouden moeten maken van de diverse gegevensbronnen die op nationaal en regionaal niveau over kinderen in kwetsbare situaties beschikbaar zijn;
26. encourage Eurostat à établir un lien avec la série d'indicateurs actuellement élaborée pour suivre l'incidence des actions communautaires sur les droits et le bien-être des enfants, à la demande de l'Agence des droits fondamentaux de l'Union européenne; insiste sur le besoin d'un effort conjoint de la Commission, de l'Agence des droits fondamentaux et des États membres afin de travailler, en coopération avec les agences des Nations unies concernées, les organisations internationales et les centres de recherche, à l'amélioration de la collecte de données statistiques comparables sur la situation des enfants dans l'Union européenne, besoin qu'il a mentionné dans sa résolution précitée du 16 janvier 2008; demande aux États membres de prendre toutes les mesures qui sont en leur pouvoir pour se conformer à la recommandation exprimée dans le rapport du comité de protection sociale sur la pauvreté chez l'enfant et son bien-être en Europe, adopté le 17 janvier 2008, qui souligne que les États membres doivent vérifier les différentes sources de données disponibles aux niveaux national et sous-national sur les enfants en situation vulnérable;

26. moedigt Eurostat aan om een verband te leggen met de set indicatoren die in opdracht van het EU-Bureau voor de grondrechten wordt ontwikkeld voor monitoring van de effecten van EU-maatregelen op het gebied van de rechten van het kind en kinderwelzijn; wijst op de noodzaak van een gezamenlijke inspanning van de Commissie, het Bureau voor de grondrechten en de lidstaten om met betrokken instanties van de VN, internationale organisaties en onderzoekscentra samen te werken aan een betere vergaring van vergelijkbare statistische gegevens over de situatie van kinderen in de Unie; verzoekt de lidstaten alles in het werk te stellen om de aanbeveling op te volgen die is opgenomen in het verslag van het Comité voor sociale bescherming van 17 januari 2008 over armoede onder kinderen en kinderwelzijn in Europa, waarin wordt benadrukt dat de lidstaten een beoordeling zouden moeten maken van de diverse gegevensbronnen die op nationaal en subnationaal niveau over kinderen in kwetsbare situaties beschikbaar zijn;
26. encourage Eurostat à établir un lien avec la série d'indicateurs actuellement élaborée pour suivre l'incidence des actions communautaires sur les droits et le bien-être des enfants, à la demande de l'Agence des droits fondamentaux de l'Union européenne; insiste sur le besoin d'un effort conjoint de la Commission, de l'Agence des droits fondamentaux et des États membres afin de travailler, en coopération avec les agences des Nations unies concernées, les organisations internationales et les centres de recherche, à l'amélioration de la collecte de données statistiques comparables sur la situation des enfants dans l'Union européenne; demande aux États membres de prendre toutes les mesures qui sont en leur pouvoir pour se conformer à la recommandation exprimée dans le rapport du comité de protection sociale sur la pauvreté chez l'enfant et son bien-être en Europe, adopté le 17 janvier 2008, qui souligne que les États membres doivent vérifier les différentes sources de données disponibles aux niveaux national et sous-national sur les enfants en situation vulnérable;

24. moedigt Eurostat aan om een verband te leggen met de set indicatoren die in opdracht van het EU-Bureau voor de grondrechten wordt ontwikkeld voor monitoring van de effecten van EU-maatregelen op het gebied van de rechten van het kind en kinderwelzijn; wijst op de noodzaak van een gezamenlijke inspanning van de Commissie, het Bureau voor de grondrechten en de lidstaten om met betrokken instanties van de VN, internationale organisaties en onderzoekscentra samen te werken aan een betere vergaring van vergelijkbare statistische gegevens over de situatie van kinderen in de EU ; verzoekt de lidstaten alles in het werk te stellen om de aanbeveling op te volgen die is opgenomen in het verslag van het Comité voor sociale bescherming van 17 januari 2008 over armoede onder kinderen en kinderwelzijn in Europa, waarin wordt benadrukt dat de lidstaten een beoordeling zouden moeten maken van de diverse gegevensbronnen die op nationaal en subnationaal niveau over kinderen in kwetsbare situaties beschikbaar zijn;
24. encourage Eurostat à établir un lien avec la série d'indicateurs actuellement élaborée pour suivre l'incidence de l'activité communautaire sur les droits et le bien-être des enfants, à la demande de l'Agence des droits fondamentaux de l'UE; insiste sur le besoin d'un effort conjoint de la Commission, de l'Agence des droits fondamentaux et des États membres afin de travailler, en coopération avec les agences des Nations unies concernées, les organisations internationales et les centres de recherche, à l'amélioration de la collecte de données statistiques comparables sur la situation des enfants dans l'UE; demande aux États membres de prendre toutes les mesures qui sont en leur pouvoir pour respecter la recommandation exprimée dans le rapport du comité de protection sociale sur la pauvreté chez l'enfant et son bien-être en Europe, adopté le 17 janvier 2008, qui souligne que les États membres doivent vérifier les différentes sources de données disponibles aux niveaux national et sous-national sur les enfants en situation vulnérable;

43. wijst erop dat lokale en regionale autoriteiten een drievoudige rol toekomt bij het stimuleren van actieve inclusie: als werkgever, als bevorderaar van economische ontwikkeling en werkgelegenheid en als verlener van openbare diensten, met inbegrip van diensten voor de meest kwetsbare groepen van de samenleving; roept de lidstaten op om op regionaal en lokaal niveau netwerken op te bouwen om mensen naar gelang hun specifieke situatie te adviseren over en te verwijzen naar instanties die hen bij de toegang tot de arbeidsmarkt helpen en specifieke sociale diensten verlenen (zoals sociale uitkeringen, gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg, sociale zorg en beroepsopleiding);
43. insiste sur le fait que le rôle des autorités locales et régionales en matière de promotion de l'inclusion active est triple: celui d'employeur, celui de promoteur de développement économique et d'emploi, et celui de prestataire de services publics, notamment de services destinés aux catégories de personnes les plus vulnérables; demande aux États membres d'établir des réseaux aux échelons régional et local pour conseiller les personnes et les orienter vers les lieux où elles peuvent recevoir une aide pour entrer sur le marché de l'emploi ainsi qu'à des services sociaux spécifiques (à savoir, systèmes de prestations sociales, services de santé, de santé mentale et d'aide sociale, formation professionnelle) compte tenu de la spécificité de leur situation;