Art. 7. De aangever moet in zijn aangifte met een schriftelijk bewijs, in voorkomend geval aangevuld met andere bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed en het bewijs door getuigen, aantonen dat op de te regulariseren bedragen de normale belastingregeling is toegepast.
Art. 7. Le déclarant doit démontrer dans sa déclaration, au moyen d'une preuve écrite, complétée le cas échéant par d'autres moyens de preuve tirés du droit commun, à l'exception du serment et de la preuve par témoins, que les montants à régulariser ont été soumis à leur régime fiscal ordinaire.