Art. 5. In de loop van de maand januari van ieder jaar wordt de lijst van de intercommunale en interprovinciale verenigingen en van de instellingen van openbaar nut waarover een gemeenschap of een gewest het toezicht uitoefent, aan het Rekenhof toegezonden door de ambtenaar die daartoe door de voorzitter van de betrokken gemeenschaps- of gewestregering wordt aangewezen.
Art. 5. Dans le courant du mois de janvier de chaque année, la liste des intercommunales, des interprovinciales et des organismes d'intérêt public sur lesquels une communauté ou une région exerce la tutelle est adressée à la Cour des comptes par le fonctionnaire désigné à cette fin par le président du gouvernement de la communauté ou de la région concerné.