Maar met deze hypothetische terugbetalingstermijn van
28 maanden kan geen rekening gehouden worden voor de bere
kening van het JKP, omdat volgens de veronderstelling in artikel 4, § 2, 6°, a) van dit besluit de aflossingen worden verricht op het meest nabije tijdstip voorzien in de kredietovereenkomst, in casu op het einde van de nulstellingstermijn van 24 maanden. Hetzij, 23 minimale betalingen van 6 % van het verschuldigd saldo, zonder dat het termijnbedrag, verminderd met de kaartkosten van 10 euro per jaar, lag
...[+++]er mag zijn dan ofwel 25 euro, en een 24 betaling van het verschuldigd saldo.
Mais, pour le calcul du TAEG, on ne peut pas tenir compte de ce terme de remboursement hypothétique de 28 mois, parce que, selon l'hypothèse de l'article 4, § 2, 6°, a) du présent arrêté, les remboursements sont effectués au moment le plus proche prévu dans le contrat de crédit, dans ce cas à la fin du délai de zérotage de 24 mois.