In de uitoefening van zijn bevoegdheid kan de wetgever, op basis van de overwegingen die hij relevant vindt, ervan uitgaan dat bepaalde procédé's van draagmoederschap en van medisch begeleide voortplanting toegestaan mogen worden, maar enkel op voorwaarde dat dit geschiedt in omstandigheden die stroken met de menselijke waardigheid.
Le législateur peut, dans l'exercice de son pouvoir, estimer, en fonction des considérations qu'il juge pertinentes, que des procédés de gestation pour autrui et de procréation médicalement assistée peuvent être autorisés, mais à la condition qu'ils le soient dans des circonstances compatibles avec la dignité humaine.