6. Een door een dochteronderneming uitgegeven relevante kapitaalinstrument wordt niet in grotere mate afgeschreven of tegen ongunstiger voorwaarden omgezet als bedoeld in artikel 59, lid 3, punt c), van Richtlijn 2014/59/EU dan kapitaalinstrumenten van dezelfde rang die op het niveau van de moederonderneming zijn afgeschreven of omgezet.
6. Un instrument de fonds propres pertinent émis par une filiale n'est pas déprécié dans une plus large mesure ou converti selon des conditions plus défavorables, en vertu de l'article 59, paragraphe 3, point c), de la directive 2014/59/UE, que des instruments de fonds propres de niveau équivalent ne l'ont été au niveau de l'entreprise mère.