4. Indien een partij, na een versterkte politieke dialoog te hebben gevoerd, waarbij met name gebruik is gemaakt van verslagen van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA), de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapo
ns (OPCW) en andere relevante multilaterale instellingen, van oordeel is dat een andere partij niet heeft voldaan aan een verplichting die voortvloeit uit lid 1 van dit artikel inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens, verstrekt die partij, behalve in bijzondere dringende gevallen, de andere partij, de ACS-Raad van Ministers en de EU-Raad van de Ministers alle terzake dienende informatie die nodig is
...[+++] voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde tot een voor de partijen aanvaardbare oplossing te komen.
4. Si, malgré un dialogue politique renforcé, une partie, informée en particulier par les rapports de l'Agence internationale de l'énergie atomique (AIEA), l'Organisation pour l'interdiction des armes chimiques (OIAC) et des autres institutions multilatérales pertinentes, considère que l'autre a manqué à une obligation découlant du paragraphe 1, elle fournit à l'autre partie ainsi qu'aux Conseils des ministres ACP et UE, sauf en cas d'urgence particulière, les éléments d'information utiles nécessaires à un examen approfondi de la situation en vue de rechercher une solution acceptable par les parties.