43. betreurt de tegenstrijdigheid tussen de grondwettelijke vrijheid van geloof (bepaald in artikel 36 van de grondwet) en de aanhoudende inmenging van de staat in de aangelegenheden van religieuze gemeenschappen, met name wat betreft de opleiding, selectie, benoeming en politieke indoctrinatie van geestelijken; betreurt vooral het feit dat de staat aan slechts vijf godsdiensten een wettelijk bestaansrecht toekent en hen onder het toezicht van over
eenkomstige Chinese religieuze landsverenigingen stelt en alleen "normale" (zhengchang) godsdienstige activiteiten beschermt en de officiële registratie daarvan afhankelijk maakt van de aanvaa
...[+++]rding van de beginselen die aan de "drie vrijheden" ten grondslag liggen; 43. déplore la contradiction entre la liberté de croyance inscrite dans la Constitution (article 36) et les ingérences de l'État dans la vie intérie
ure des communautés religieuses, particulièrement dans la formation, la sélection, la nomination et l'endoctrinement politique des ministres du culte; déplore notamment le fait qu'il n'autorise que cinq religions (suppression) à bénéficier du droit d'existence légale en les soumettant, de surcroît, au contrôle des associations religieuses "patriotiques" respectives du pays, en ne protégeant que les activités religieuses "normales" (zhengchang) et en conditionnant leur enregistrement officiel
...[+++] à l'acceptation du principe des "trois autonomies";