De bevoegde autoriteiten van beide Staten staan overeenkomstig artikel 7, § 3 van de Richtlijn toe dat de door de ene Staat verstrekte inlichtingen, door de andere Staat worden gebruikt voor andere doeleinden dan die welke zijn vermeld in artikel 7, § 1 van de Richtlijn, indien de inlichtingen overeenkomstig de wetgeving van de Staat die de inlichtingen verstrekt in soortgelijke omstandigheden in die Staat zouden kunnen worden gebruikt voor soortgelijke doeleinden. De bevoegde autoriteiten delen elkaar hun respectieve wetgeving terzake mee.
Les autorités compétentes des deux Etats autorisent, conformément à l'art. 7, § 3 de la Directive, que l'information communiquée par un Etat puisse être utilisée par l'autre Etat à d'autres fins que ceux mentionnées à l'article 7, § 1 de la Directive, lorsque, selon la législation du premier Etat, leur utilisation est possible à des fins similaires dans des circonstances analogues.