4° dat de werking van een verordening in de zin van artikel IV. 4, eerste lid, in een individueel geval vervalt, indien de betrokken restrictieve mededingingspraktijk met artikel 101, § 3, VWEU onverenigbare gevolgen heeft op het nationale grondgebied of een gedeelte daarvan, welk gebied alle kenmerken vertoont van een afzonderlijke geografische markt.
4° qu'un règlement au sens de l'article IV. 4, alinéa 1, n'a pas d'effet dans un cas individuel, lorsque la pratique restrictive de concurrence produit des effets incompatibles avec l'article 101, § 3, TFUE sur le territoire national ou une partie de celui-ci, qui présente toutes les caractéristiques d'un marché géographique distinct.