Op het niveau van de totale middelen (onderwijs, persoonsgebonden en culturele aangelegenheden) is het aandeel van de Duitstalige Gemeenschap aldus teruggelopen van 0,73 % in 1989 tot 0,65 % in 1999, hetgeen een vermindering met 12 % in reële termen betekent.
Au niveau des moyens totaux (enseignement, matières personnalisables et culturelles), la part de la Communauté germanophone a ainsi subi un recul de 0,73 % en 1989 à 0,65 % en 1999, ce qui représente une diminution de 12 % en termes réels.