32. dringt erop aan dat het cohesiebeleid zich conform het Verdrag van Lissabon vooral blijft richten op de meest achtergebleven regio's; onderstreept dat de meest behoeftige regio's moeten kunnen rekenen op een adequaat aandeel van de in het kader van doelstelling 1 (convergentie) beschikbare steun, dat in verhouding moet staan tot de ernst van hun ontwikkelingsproblemen;
32. demande instamment que la politique de cohésion, conformément aux dispositions du traité de Lisbonne, continue de viser principalement les régions reculées: souligne que, dans le cadre de l'objectif 1 (convergence), une part de financement appropriée aux problèmes de développement revient aux régions aux besoins les plus prononcés;