5. De Raad is van oordeel dat de toelating van gewasbeschermingsmiddelen waarvan het voorgenomen gebruik van gering belang is in de zin van artikel 9 van Richtlijn 91/414/EEG (minor uses), vergemakkelijkt zou kunnen worden door, onder naleving van de richtlijn, gegevens in aanmerking te nemen over residuen die op internationaal niveau worden verzameld, bijvoorbeeld in het kader van de OESO of door een soortgelijk programma als het programma dat door de Verenigde Staten wordt uitgevoerd (IR-4).
5. Le Conseil considère que l'autorisation de produits phytopharmaceutiques dont l'utilisation envisagée présente un caractère mineur au sens de l'article 9 de la Directive 91/414/CEE (minor uses) pourrait être facilitée par la prise en compte, dans le respect de la directive, de données en matière de résidus recueillies au niveau international, par exemple dans le cadre de l'OCDE ou par un programme analogue à celui mené par les Etats-Unis (IR-4).