7. meent dat het regelgevend kader en zijn uitvoering door de lidstaten grensoverschrijdende samenwerking moet stimuleren, zodat gestalte kan worden gegeven aan het idee van één enkele aanspreekinstantie ("one stop shopping”) voor de toewijzing van vergunningen in het algemeen; stelt dat elke lidstaat een tijdschema moet hebben voor de integratie van de nationale regelgevingsinstantie in de nationale mededingingsautoriteit, en dat de Commissie een nieuwe taakomschrijving van de nationale regelgevingsinstanties (NRI's
) moet geven in een richtlijn - die ook beëindigingsbepalingen
bevat - om te zorgen voor ...[+++] doorzichtigheid en een gemeenschappelijk minimum takenpakket voor de NRI's; de NRI's moeten krachtig gestimuleerd worden tot grensoverschrijdende samenwerking en bevoegd zijn voor de grensoverschrijdende geschillenregeling in samenwerking met de Commissie; stelt dat de levensduur van de groep op hoog niveau voor de communicatie (HLCG) beperkt blijft tot de tijd dat de NRI's nog niet geïntegreerd zijn in de nationale mededingingsautoriteiten; verzoekt de Commissie om de dialoog tussen NRI's en vertegenwoordigers van de consumenten en van de ICT-ondernemers en telecomexploitanten te bevorderen; overweegt de mogelijkheid van een jaarlijkse mededeling van de IRG aan het Parlement; 7. estime que le cadre réglementaire et sa mise en œuvre par les États membres sont de nature à encourager la coopération transfrontalière, permettant ainsi d'appliquer le concept de la "procédure à guichet unique” dans le domaine de l'octroi des licences; affirme que, pour chaque État membre, un calendrier doit être établi pour intégrer les ARN dans l'autorité nationale de la concurrence et que la Commission doit formuler à nouveau les tâches
des ARN dans une directive comprenant les clauses de caducité pour instaurer la transparence et un ensemble commun minimum de tâches des ARN; juge que les ARN doivent pouvoir coopérer au niveau t
...[+++]ransfrontalier et être responsables du règlement de litiges transfrontaliers, en coopération avec la Commission; déclare que le GHNC ne doit exister que jusqu'à ce que les ARN soient intégrés dans des autorités nationales de la concurrence; demande à la Commission de promouvoir le dialogue entre les ARN et les représentants des utilisateurs, du secteur TIC et des opérateurs de télécommunications; suggère la possibilité d'une communication annuelle de l'IRG au Parlement;