Overwegende dat krachtens artikel 2, lid 4 van richtlijn 76/207/EEG deze richtlijn geen belemmering vormt voor maatregelen die beogen te bevorderen dat mannen en vrouwen gelijke kansen krijgen, in het bijzonder door feitelijke ongelijkheden op te heffen welke de kansen van de vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, met inbegrip van promotiekansen, en tot beroepsopleiding, alsmede ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden nadelig beïnvloeden;
considérant que d'après le paragraphe 4 de l'article 2 de la directive 76/207/CEE, celle-ci ne fait pas obstacle aux mesures visant à promouvoir l'égalité des chances entre femmes et hommes, en particulier en remédiant aux inégalités de fait qui affectent les chances des femmes en ce qui concerne l'accès à l'emploi, y compris la promotion, à la formation professionnelle, ainsi que les conditions de travail,