Evenwel, wanneer aan het Grondwettelijk Hof een prejudiciële vraag wordt gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van een wetsbepaling die de dwingende
bepalingen van een richtlijn omzet waarvan de verenigbaarheid met het algemeen gelijkheidsbeginsel in het geding wordt gebracht, staat het aan h
et Hof van Justitie zich vooraf uit te spreken over de vraag of die richtlijn in overeenstemming is met het algemeen gelijkheidsbeginsel dat door het recht van de Euro
...[+++]pese Unie is erkend (HvJ, grote kamer, 22 juni 2010, C-188/10, Melki en Abdeli, punt 56).
Or, lorsque la Cour constitutionnelle est saisie d'une question préjudicielle l'interrogeant sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution d'une disposition législative transposant les dispositions impératives d'une directive dont la compatibilité avec le principe général d'égalité est mise en cause, il appartient à la Cour de justice de se prononcer préalablement sur la conformité de cette directive au principe général d'égalité reconnu par le droit de l'Union européenne (CJUE, grande chambre, 22 juin 2010, C-188/10, Melki et Abdeli, point 56).