Indien de voorgaande vraag bevestigend wordt beantwoord, rijst de vraag of de verschillende studies en hoorzittingen die in het kader van het aannemen van de bestreden wet hebben plaatsgevonden, de doelstelling
en van de voormelde richtlijn zouden kunnen verwezenlijken en bijgevolg
zouden kunnen worden gelijkgest
eld met de vereiste passende beoordeling, en of de Belgische Staat, in die omstandigheden, om dwingende redenen van algemeen belang die verband houden met de noodzaak om de bevoorrading
...[+++]szekerheid van het land te waarborgen, gebruik kon maken van de in artikel 6, lid 4, van de Habitatrichtlijn bedoelde afwijkende regeling.
En cas de réponse affirmative à la question qui précède, il convient de se demander si les différentes études et auditions menées dans le cadre de l'adoption de la loi attaquée seraient susceptibles d'atteindre les objectifs de la directive précitée et pourraient dès lors être assimilées à l'évaluation appropriée requise, et si, dans ces circonstances, pour des motifs impérieux d'intérêt général liés à la nécessité d'assurer la sécurité d'approvisionnement du pays, l'Etat belge pouvait recourir au régime dérogatoire prévu par l'article 6, paragraphe 4, de la directive « Habitats ».