De afdeling wetgeving van de Raad van State heeft in haar advies L. 24.511/2 van 30 mei 1995, uitgebracht over een ontwerp dat het koninklijk besluit van 2 mei 1996 is geworden, « tot omzetting van de richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van tenminste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de richtlijn 91/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft », de volgende opmerking gemaakt :
En son avis L. 24.511/2 du 30 mai 1995 rendu sur le projet qui deviendra l'arrêté royal du 2 mai 1996 « visant à la transposition, en ce qui concerne la profession d'avocat, de la directive 89/48/CEE du Conseil du 21 décembre 1988 relative à un système général de reconnaissance des diplômes d'enseignement supérieur qui sanctionnent des formations professionnelles d'une durée minimale de trois ans, complétée par la directive 92/51 du Conseil du 18 juin 1992 », la section de législation du Conseil d'État avait fait l'observation suivante :