(2) Overwegende dat krachtens Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan en houden
de wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG (6) en krachtens Richtlijn 92/96/EEG van de Raad van 10 november 1992 tot coördinatie van de wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen ...[+++] betreffende het directe levensverzekeringsbedrijf en tot wijziging van de Richtlijnen 79/267/EEG en 90/619/EEG (7) voor de toegang tot en de uitoefening van het verzekeringsbedrijf één enkele vergunning is vereist, die wordt afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de verzekeringsonderneming haar hoofdkantoor heeft (lidstaat
van herkomst); dat deze vergunning de onderneming het recht geeft overal in de Gemeenschap haar werkzaamheden uit te oefenen, hetzij op grond van het recht van vestiging, hetzij in het kader van het vrij verrichten van diensten; dat de verantwoordelijkheid inzake het toezicht op de financiële soliditeit van de verzekeringsondernemingen, met inbegrip v
an de solvabiliteit ervan, bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de verzekeringsonderneming berust;
(2) considérant que, en vertu de la directive 92/49/CEE du Conseil du 18 juin 1992 portant coordination des dispositions législatives, réglementaires et administratives concernant l'assurance directe autre que l'assurance sur la vie et modifiant les directives
73/239/CEE et 88/357/CEE (troisième directive «assurance non vie») (6), et de la directive 92/96/CEE du Conseil du 10 novembre 1992 portant coordination des dispositions législatives, réglementaires et administratives concernant l'assurance directe sur la vie, et modifiant les directives 79/267/CEE et 90/619/CEE (troisième directive «assurance vie») (7), l'accès à l'activité d'assu
...[+++]rance et l'exercice de cette activité sont subordonnés à l'octroi d'un agrément administratif unique, délivré par les autorités de l'État membre où l'entreprise a son siège statutaire (État membre d'origine); que cet agrément permet à l'entreprise de se livrer à des activités partout dans la Communauté, soit en régime d'établissement, soit en régime de libre prestation de services; que les autorités compétentes des États membres d'origine sont responsables de la surveillance de la solidité financière des entreprises d'assurance, et notamment de leur état de solvabilité;