Het feit van uitdrukkelijk te voorzien dat het aan de wetgever toekomt om deze schikkingen te treffen die van aard zijn de effectieve gelijkheid van mannen en vrouwen te verzekeren, deed de vraag rijzen of men niet het risico loopt dat de overtuiging groeit dat de andere fundamentele rechten, waarvoor een dergelijke verduidelijking niet wordt voorzien in de tekst van de Grondwet, eveneens een dergelijke actieve ingreep vanwege de Staat vereisen.
Le fait de prévoir expressément qu'il revient au législateur de prendre ces dispositions de nature à assurer l'égalité effective des femmes et des hommes, a amené la question de savoir si l'on ne risque pas d'emporter la conviction que les autres droits fondamentaux, ceux pour lesquels une telle précision n'est pas prévue par le texte constitutionnel, n'appellent pas un même devoir actif de l'État.