De instructiebrief van de minister voor Migratie en Asielbeleid, gedateerd van 26 maart 2009, stelt echter dat « de vreemdeling die ouder is van een Belgisch minderjarig kind en die een reëel en effectief gezin vormt met dit kind » zo moet worden beschouwd dat hij zich « in een prangende humanitaire situatie » bevindt die « bijzondere omstandigheden » vormt « die aanleiding kunnen geven tot de afgifte van een verblijfsmachtiging in toepassing van het oud artikel 9, lid 3 en artikel 9bis van de wet ».
La lettre d'instruction de la ministre de la Politique de l'Intégration et de l'Asile, datée du 26 mars 2009, indique toutefois que « l'étranger, auteur d'un enfant mineur belge qui mène une vie familiale réelle et effective avec son enfant » doit être considéré comme se trouvant « dans une situation humanitaire urgente » constituant « des circonstances exceptionnelles pouvant donner lieu à la délivrance d'une autorisation de séjour en application de l'ancien article 9, alinéa 3 ou de l'article 9bis de la loi ».