Echter, in de mate dat artikel 266, tweede lid, 2°, van dit Wetboek, zoals vervangen door artikel 3 van deze wet, aan de Koning de bevoegdheid geeft af te zien v
an de inning van de roerende voorheffing op inkomsten van effecten die geen aanleiding geven tot een periodieke uitbetaling van interest en die worden uitgegeven voor een looptijd van minder dan één jaar met een disconto dat overeenstemt met de tot op de vervaldag van het effect gekapitaliseerde interest, zelfs indien de schuldenaar en de gerechtigde geen verbonden vennootschappan zijn, is deze bepaling slechts van to
...[+++]epassing op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld vanaf de datum van bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.
Toutefois, dans la mesure où l'article 266, alinéa 2, 2°, dudit Code, tel que remplacé par l'article 3 de la présente loi, donne au Roi le pouvoir de renoncer à la perception du précompte mobilier sur les revenus des titres ne donnant pas lieu à un paiement périodique d'intérêts et qui ont été émis pour une durée de moins d'un an avec un escompte correspondant aux intérêts capitalisés jusqu'à l'échéance du titre, même si le débiteur et le bénéficiaire ne sont pas des sociétés associés, cette disposition ne s'applique qu'aux revenus attribués ou mis en paiement à partir de la date de publication de la présente loi au Moniteur belge.