« Art. 23. Als het examen betrekking heeft op het praktische gedeelte van de bekwaamheid als treinbestuurder, is de examinator houder van een vergunning van treinbestuurder en van een bevoegdheidsbewijs, voor het gebruik van de in
frastructuur en het rollend materieel waarop het examen betrekking heeft, of van een soortgelijk type lijn/rollend
materieel; als de examinator niet beschikt over een geldig bevoegdheidsbewijs, voor de infrastructuur/het rollend
materieel waarop het examen betrekking heeft, is een treinbestuurder die beschikt over een bevoegdheidsbewijs, voor die i
...[+++]nfrastructuur of dat rollend materieel, aanwezig tijdens het examen».« Art. 23. Lorsque l'examen porte sur la partie pratique des compétences de conducteur de train, l'examinateur est titulaire d'une licence de conducteur de train et possède une attestation autorisant l'utilisation de l'infrastructure et la c
onduite du matériel roulant faisant l'objet de l'examen, ou d'un type similaire de ligne/
matériel roulant. Lorsque l'examinateur n'est pas détenteur d'une attestation valide pour l'infrastructure/le
matériel roulant qui fait l'objet de l'examen ...[+++], un conducteur de train titulaire de l'attestation pour cette infrastructure ou ce matériel roulant est présent lors de l'examen».