Vertaling van "ruigten schrale " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

magere bodem | schrale bodem
terre maigre

schrale plek
zone de rejet

schrale cementbeton
béton de ciment appauvri

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Op het Ardense plateau stemt de locatie overeen met de valleibodems van de Mellier en van de Mandebras, alsook met de samenvloeiing ervan, in een landbouwcontext waarbij de valleibodems worden ingenomen door maaiweiden met vuurvlinders, ruigten (4030), schrale maaiweiden (6510), alluviale elzenbossen (91E0).
Sur le plateau ardennais, le site correspond aux fonds de vallées de la Mellier et du Mandebras, ainsi que de leur affluents, dans un contexte agricole où ces fonds de vallées sont occupés par des prairies de fauche à bistorte, des mégaphorbiaies (4030), des prairies maigres de fauche (6510), des aulnaies alluviales (91E0).

Er wordt een mozaïek waargenomen van milieus doorsneden door de beek van Rancenne, Herbois, Graide en de zijrivieren ervan: alluviale bossen en vochtige eikenbossen, bossen van naaldbomen, ruigten, vochtige weiden met vuurvlinders, schrale weiden, .Deze milieus herbergen tal van populaties van blauwe vuurvlinders, enkele XXX van grauwe klauwieren, een paar van rode wouwen en een tot twee paren van wespendieven.
On y trouve une mosaïque de milieux traversés par le ruisseau de la Rancenne, d'Herbois, de Graide et leurs affluents : forêts alluviales et chênaies humides, forêts de résineux, mégaphorbiaies, prairies humides à bistorte, prairies maigres, .Ces milieux abritent de nombreuses populations du cuivré de la bistorte, quelques cantons de pie-grièche écorcheurs, un couple de milan royal et un à deux couples de bondrée apivore.

Daarnaast herbergen de landbouwvalleien meerdere soorten en habitats : submontane maaiweiden, schrale vochtige weiden, weiden met molinia, ruigten, grauwe klauwieren en klapeksters, bokjes en watersnippen, wespendieven, rode wouwen en blauwe vuurvlinders».
Par ailleurs, les vallées agricoles abritent de nombreuses espèces et habitats : prés de fauche submontagnards, prairies humides maigres, prés à molinia, mégaphorbiaies, pie-grièche grise et écorcheur, bécassine sourde et des marais, bondrée apivore, milan royal et cuivré de la bistorte».

Daarnaast herbergen de landbouwvalleien meerdere soorten en habitats : submontane maaiweiden, schrale vochtige weiden, weiden met molinia, ruigten, grauwe klauwieren en klapeksters, bokjes en watersnippen, wespendieven, rode wouwen en blauwe vuurvlinders.
Par ailleurs, les vallées agricoles abritent de nombreuses espèces et habitats : prés de fauche submontagnards, prairies humides maigres, prés à molinia, mégaphorbiaies, pie-grièche grise et écorcheur, bécassine sourde et des marais, bondrée apivore, milan royal et cuivré de la bistorte.

In de vallei Hermeton tussen Vodelée en Sautour, herbergen maaiweiden (6510), schrale weiden, vochtige maaiweiden, ruigten (6430) en een vermazing van heggen, bomen- en stuikenrijen, een grote populatie van grauwe klauwieren en, af en toe, het nestelen van kwartelkoningen.
Dans la vallée de l'Hermeton entre Vodelée et Sautour, des prés de fauche (6510), pâtures maigres, prés humides de fauche, des mégaphorbiaies (6430) et un maillage de haies, d'alignements d'arbres et de buissons accueillent une population importante de pie-grièche écorcheur et occasionnellement la nidification du râle des genêts.

De open gebieden van bosgebieden herbergen schrale weiden en kalkgraslanden, zeer rijk aan flora, en dragen bij tot de habitat van de grauwe klauwier; alsook kleine oppervlakten voedselrijke ruigten.
Les zones ouvertes des massifs forestiers abritent des prairies maigres et des pelouses calcaires, très riches d'un point de vue floristique et contribuent à l'habitat de la pie grièche écorcheur; ainsi que de petites surfaces de mégaphorbiaies.

De valleien van de beek van Lahage en van Lamframba, in het verleden gemaaid op het benedenstroomse deel ervan, worden geleidelijk hersteld als schrale maaiweiden of voedselrijke ruigten.
Les vallées du ruisseau de Lahage et du Lamframba, historiquement fauchées dans leur partie aval, sont progressivement restaurées en prairies maigres de fauche ou mégaphorbiaies.