Overwegende dat de aanvraag niet slaat op een gebied waarvoor al een opslagvergunning in het kader van hoofdstuk III van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond of een vergunning in het kader van de wet van 18 juli 1975 betreffende het opsporen en exploiteren van ondergrondse bergruimten in situ voor het opslaan van gas is verleend; dat met Dart Energy (Europe) Ltd., via de projectvennootschap nv Limburg Gas, een rechtspersoon van buiten de E
uropese Economische Ruimte feitelijk zeggenschap heeft over de aanvrager aangezien Dart Energy (Europe) Ltd. door nv Limburg Gas is aangesteld als operator voor de ontwikkeling en
...[+++] uitvoering van alle verkennings- en opsporingsactiviteiten en de aanvrager bovendien aangeeft de intentie te hebben om op termijn de opsporingsvergunning over te dragen aan de projectvennootschap nv Limburg Gas, waarvan Dart Energy (Europe) Ltd. 80 % bezit; dat het echter niet opportuun is de opsporingsvergunning om die reden te weigeren vanuit overwegingen van nationale veiligheid; dat het niet onaannemelijk is dat de opsporing van koolwaterstoffen binnen het aangevraagde vergunningsgebied economisch en technisch haalbaar is; dat er dus geen enkele van de facultatieve weigeringsgronden,vermeld in artikel 9, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, van toepassing is op de vergunningsaanvraag; Considérant que la demande ne se rapporte pas à une zone pour laquelle un permis de stockage dans le cadre du chapitre III du décret du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond ou un permis dans le cadre de la loi du 18 juillet 1975 relative à la recherche et à l'extraction des sites-réservoirs souterrains destinés au stockage de gaz a été octroyé; qu'avec Dart Energy (Europe) Ltd., via la société de projet SA « Limburg Gas », une personne morale en dehors
de l'Espace économique européen contrôle réellement le demandeur puisque Dart Energy (Europe) Ltd. a été désignée par la SA « Limburg Gas » comme opérateur pour le développement et l
...[+++]'exécution de toutes les activités d'exploration et de recherche et que le demandeur indique en outre avoir l'intention de transférer à terme le permis de recherche à la société de projet, la SA « Limburg Gas », dont Dart Energy (Europe) Ltd. possède 80 %; qu'il n'est cependant pas opportun de refuser le permis de recherche pour cette raison à partir de considérations de sécurité nationale; qu'il n'est pas invraisemblable que la recherche d'hydrocarbures au sein de la zone délimitée par le permis demandé soit économiquement et techniquement faisable; qu'aucun des motifs de refus facultatif, visés à l'article 9, alinéa deux, du décret du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond, ne s'applique donc à la demande de permis;